Omdat ik ervan overtuigd ben dat mijn lammeren beter verdienden dan ergens anoniem in de massa te verdwijnen, ben ik in het najaar van 2009 begonnen met de hoeveverkoop van eigen lamsvlees dat rechtstreeks uit natuurgebied komt. Ik breng de lammeren zelf naar het slachthuis. Daar worden de karkassen gekeurd door een dierenarts. Die karkassen breng ik dan zelf met een koelremork naar een uitsnijderij. Die beenhouwers versnijden en verpakken al het vlees zoals ik zelf vraag en brengen alles vacuüm en voorzien van een etiket terug. ik vries alles snel in en verkoop het zo aan alle liefhebbers van een lekker stukje lamsvlees.

Door deze snelle manier van werken (er zit immers maar 2 dagen tusen slachten en invriezen) behoud het vlees al zijn goede eigenschappen;

• In natuurgebied betsaat het ratsoen van de schapen uit een grote variatie van planten: allerhande grassen en kruiden maar ze vinden er ook jonge boompjes. Deze gezonde en gevarieerde voeding zorgt voor de kruidige smaak van het vlees.
• Natuurlijk groeien de lammeren op deze manier niet zo snel als stek afgemestte lammeren. maar die iets tragere groei is niet erg, want het zorgt ervoor dat het vlees fijn van draad is. 
• Door de grote afstand die de lammeren moeten afleggen in natuurgebied, om hun buik rond te kunnen eten, zijn hun spieren en dus het vlees, donkerder van kleur en steviger dan bij op stal afgemeste dieren.
• De lammeren lopen het ganse jaar buiten en zetten daardoor wat meer vet aan dan dieren die altijd op stal staan. Maar dat extra vet is niet negatief: vet draagt immers de smaak van het vlees.